Voedselsoevereiniteit

We leven  in een wereld waarin nog steeds bijna 1 op de 9 mensen in de wereld honger lijden – zo’n 800 miljoen mensen totaal. 80 % daarvan woont in rurale gebieden en is direct betrokken bij landbouw: kleinschalige boeren, landloze rurale werkers, vissers, herders etc. Terwijl we praten over het voeden van de wereld, verlaten steeds meer boeren vaak noodgedwongen hun land – zo ook in Nederland: in het afgelopen jaar verdwenen er ruim 22 agrarische bedrijven per dag in Nederland (CBS, 2016). De prijzen die zij voor hun product krijgen gaan omlaag (tot zelfs onder de kostprijs), terwijl de kosten omhoog gaan. (Zie bijvoorbeeld het verhaal van Jose Bongen-Hartemink). Van 1950 tot 2016 zijn 6 op de 7 landbouwbedrijven verdwenen (CBS 2017). Hoe kunnen we van de boeren verwachten te investeren in het milieu, dierenwelzijn, een gezonde bodem en duurzaamheid, als we ze geen eerlijke prijs geven voor hun product? Hoe kan de jonge generatie het werk doorzetten – de eeuwenlang opgebouwde kennis en vakmanschap in stand houden – als zij er geen boterham mee kan verdienen?

Ook de kleinschalige (familie)bedrijven hebben het steeds moeilijker, terwijl zij juist zo belangrijk zijn: 70% van het voedsel in de wereld komt van kleinschalige boeren (‘peasants’), die daarvoor slechts 30% van alle agrarische hulpbronnen (land, water etc.) gebruiken (ETC 2013). Als we het hebben over een duurzame landbouw die de wereld kan (blijven) voeden, is de kleinschalige boer dus hét grote voorbeeld.

Nyeleni 

Om die kleinschalige boeren een stem te geven én te versterken, zijn uit meer dan 80 landen ruim 500 delegatieleden bijeen gekomen die betrokken zijn bij het voedselsysteem: boeren, vissers, herders, tuinders, toekomstboeren, inheemse volken, landarbeiders en arbeiders in de voedselverwerking, maar ook consumenten, vakbondsmensen, onderzoekers en mensenrechtenverdedigers waren verenigd in het dorp Nyéléni in Sélingue (Mali) om te werken aan voedselsoevereiniteit: het recht van mensen op gezond en cultureel passend voedsel, geproduceerd op ecologisch verantwoorde en duurzame wijze in een voedsel- en landbouwsysteem dat door henzelf wordt vormgegeven. Dit is wat zij schreven:

De meesten onder ons zijn voedselproducenten. Wij zijn klaar, in staat en welwillend om alle volkeren wereldwijd te voeden. Voedselsoevereiniteit geeft ons de hoop en de mogelijkheid om onze kennis en productiecapaciteit te beschermen, te behouden en uit te bouwen:

‘Voedselsoevereiniteit is het recht van mensen op gezond en cultureel passend voedsel, geproduceerd op ecologisch verantwoorde en duurzame wijze in een voedsel- en landbouwsysteem dat door henzelf wordt vormgegeven.

Het plaatst de ambities en behoeften van hen die voedsel produceren, distribueren en consumeren centraal in voedselstructuren en het beleid, in plaats van steeds te buigen voor de eisen van de markt en grote corporaties. Het behartigt de belangen van de volgende generatie.

Voedselsoevereiniteit biedt een strategie voor verzet tegen en ontmanteling van het huidige op winst gerichte voedselregime en het biedt richtlijnen voor lokale producenten en consumenten bij het inrichten van hun voedselsystemen, landbouw, visserij en veeteelt. Voedselsoevereiniteit geeft voorrang aan de lokale en nationale markten en economieën.

Het geeft macht terug aan de boer(in) en bevordert familielandbouw, traditionele visvangst en veeteelt door herders. Productie, distributie en consumptie wordt hierdoor zowel op ecologisch, sociaal als economisch vlak verduurzaamd.

Voedselsoevereiniteit staat voor een transparante handel die een rechtvaardig inkomen garandeert voor iedereen en die consumenten het recht geeft te beslissen over hun eigen voedsel. Het waarborgt de rechten van hen die voedsel produceren om grond, gebieden, water, zaden, vee en biodiversiteit te beheren en te gebruiken. Voedselsoevereiniteit betekent een omslag naar nieuwe sociale relaties, vrij van onderdrukking en zonder discriminatie tussen mannen en vrouwen of tussen volkeren, sociale klassen of generaties.’ Bron: Nyéléni 2007 – Forum for Food Sovereignty

Van 26-30 Oktober 2016, was Boerengroep aanwezig op het Nyeleni Forum for Food Sovereignty in Cluj Napoca, Roemenië. Download pdf.

 

VOEDSELSOEVEREINITEIT IN NEDERLAND

Ook in Nederland is Voedselsoevereiniteit van groot belang. Een mooi voorbeeld is bijvoorbeeld het verhaal over onze melk – daar is meer mis mee dan je zou denken. Onze koeien krijgen ieder jaar zo’n 475 miljoen kg GMO soja uit Zuid Amerika. Om die soja te kunnen verbouwen worden enorme stukken oerwoud gekapt. Terwijl de ‘longen van onze aarde’ verdwijnen, zijn ook de Zuid-Amerikaanse boeren de dupe: ze worden – vaak zeer geweldadig – van hun land verdreven om ruimte te maken voor soja-productie. De overheden in die landen zijn vaak corrupt en doen maar al te graag mee aan privatisering van land (‘landroof’), dat hen immers een flinke som geld oplevert.

Maar ook onze Nederlandse boeren hebben het moeilijk. Zij krijgen veel te weinig betaald voor de melk – vaak nog minder dan de kostprijs. Ze kunnen dus onmogelijk investeren in een landbouw die milieuvriendelijk en diervriendelijk is, die de bodem opbouwt en een eerlijke prijs geeft voor het werk dat mensen verrichten.

eerlijke-melk-milieudefensie

Boeren kunnen het hoofd niet meer boven water houden. Grote supermarktketens geven een zeer lage prijs aan de boeren. Terwijl de boer een melkprijs onder de kostprijs krijgt, groeit de winst van Friesland Campina met 13.2 procent naar 343 miljoen euro. “Lagere inkoopkosten en valuta-effecten positief bijgedragen aan de resultaatverbetering” (Bron: Friesland Campina). Zie ook het verhaal van Sieta Keimpema en Jan Douwe van der Ploeg.

De oplossing? Eerlijke melk, zonder oerwoudkap, zonder megastallen, met koeien in de wei, met voer van eigen bodem. En die eerlijke melk begint met eerlijke melkprijzen voor onze boeren en een overheid die voedsel niet overlaat aan de vrije markt. Zie eerlijke-melk.nl Het lijkt bijna onmogelijk om al deze grootse problemen tegen te gaan: oerwoudkap, landroof, erosie en vervuiling van de bodem (Monsanto’s Roundup Ready Soja wordt met roundup bespoten), milieuvervuiling (soja wordt verscheept naar Nld), en boeren die hier in Nederland verdwijnen? Maar dat is nou het mooie van voedselsoevereiniteit en de kracht van de consument: koop simpelweg eerlijke melk, van boeren die lokaal produceren. Zoek bijvoorbeeld een bio-boer bij jou in de buurt ‘lekker naar de boer’ of ‘Van Eigen Erf’. Zie ook de kaart van Voedsel Anders:  map. En vraag de boer naar zijn productiewijze. Ga met elkaar in gesprek: misschien kun je wel een groep consumenten samenkrijgen die de boer een eerlijke prijs wil geven en zo samen met de boer kan werken naar een duurzame productiemethode.

 

De zes principes van voedselsoevereiniteit:

1. Mensen van voedsel verzekeren: Voedselsoevereiniteit stelt het recht op voldoende, gezond en cultureel passend voedsel voor elk individu, volk of gemeenschap voorop in het beleid voor landbouw, visserij en veeteelt. Ook voor hen die hongerig of gemarginaliseerd zijn, of zij die in bezet gebied of conflictzones wonen.

2. De producenten van voedsel waarderen: Voedselsoevereiniteit waardeert en bouwt voort op de belangrijke bijdrage die geleverd wordt door mannen en vrouwen die werken op kleinschalige gezinsbedrijven, door herders en traditionele vissers, door bosbewoners en inheemse volkeren, en door arbeiders in de landbouw en visserij – inclusief migranten – die voedsel planten, verbouwen, oogsten en verwerken.

3. Voedselsystemen in hun omgeving integreren: Voedselsoevereiniteit brengt consumenten en producenten dichter bij elkaar. Het stelt hen centraal als er beslissingen worden genomen over voedsel. Het beschermt producenten tegen de effecten van dumping en voedselhulp op de lokale markt. En het beschermt consumenten tegen voedsel dat ongezond of van slechte kwaliteit is en tegen cultuurvreemde voedselhulp of voedsel besmet met GMO’s.

4. Lokaal beslissingen nemen: Voedselsoevereiniteit geeft het beheer over territorium, land, weides, water, zaden, vee en vis aan lokale voedselproducenten en respecteert hun rechten; zij zijn het die deze productiemiddelen op een sociale en economisch duurzame manier kunnen gebruiken en verdelen, met behoud van de diversiteit. Voedselsoevereiniteit erkent dat lokale territoria geopolitieke grenzen kunnen overschrijden en waarborgt het recht van lokale gemeenschappen om hun gebied te bewonen en te gebruiken. Het bevordert positieve interactie tussen producenten uit verschillende gebieden en uit verschillende sectoren en versterkt daardoor hun vermogen om interne conflicten en conflicten met lokale en nationale autoriteiten op te lossen.

5. Voortbouwen op lokale kennis en vaardigheden: Voedselsoevereiniteit is gefundeerd op de kennis en kunde van lokale voedselproducenten en hun organisaties, die lokale voedselproductie- en oogstsystemen beschermen, ontwikkelen en beheren. Het bouwt hierop voort door middel van passende onderzoeks- en leerfaciliteiten waardoor deze kennis wordt ondersteund en overgedragen aan volgende generaties.

6. Meewerken met de natuur: Voedselsoevereiniteit gebruikt wat de natuur biedt door middel van gevarieerde landbouw- en oogsttechnieken waar weinig externe toevoegingen aan te pas komen (LISA), die de bijdrage van het ecosysteem maximaliseren en de stressbestendigheid en het aanpassingsvermogen ervan vergroten. Het tracht “de planeet te genezen, zodat de planeet ons kan genezen”. Dit is met name van belang in het licht van klimaatverandering. Bron: Nyéléni 2007 – Forum for Food Sovereignty; Nederlandse verklaring van Nyeleni)

Voedselsoevereiniteit

ASEED. info over voedselsoevereiniteit. Lees hier..

Meer (wetenschappelijke) artikelen, filmpjes en info over Voedselsoevereiniteit vind je hier (in het Engels).

DE NEDERLANDSE VOEDSELSOEVEREINITEITSBEWEGING.

In Nederland houdt Voedsel Anders zich bezig met Voedselsoevereiniteit, o.a. via het organiseren van ‘Voedsel Anders’ en ‘Bodem Anders’ conferenties. Ook is er gezamenlijk een manifest opgesteld dat hier te lezen is.

Ook is er een Nederlandse Nyeleni delegatie die werkt aan voedselsoevereiniteit, bestaande uit o.a. leden van Boerengroep, Toekomstboeren (Via Campesina), platform Aarde Boer Consument, TNI, FIAN, Milieudefensie (Friends of the Earth), de WUR, en individuele boeren, herders, voedselbos-oprichters, vissers etc.

WAT VERSTAAN WIJ ONDER VOEDSELSOEVEREINITEIT?
– Door Jacques van Nederpelt, Oktober 2013

Onze voedselvoorziening is met name gedurende de laatste decennia meer en meer in handen gekomen van grote conglomeraten van producenten en distributeurs van voedingsmiddelen. Als spelers van wereldformaat maken voedselverwerkers en supermarktketens steeds vaker uit waar ons voedsel geproduceerd wordt, welk voedsel geproduceerd wordt en tegen welke prijs. Zij kopen hun grondstoffen, bijvoorbeeld mais, tarwe, ruwe melk en slachtvee, waar ter wereld ook, in zeer grote partijen in tegen de laagst mogelijke prijzen. Ook beheersen zij steeds vaker de hele waardeketen vanaf de landbouwbedrijven, via de industriële verwerking tot voedingsmiddelen, tot in de schappen van de supermarkt. De boer, ‘onderaan’ in de waardeketen, ontvangt slechts een fractie van de gerealiseerde toegevoegde waarde ‘van grond tot bord’.

Zowel boer als consument zijn door de monopolisering van de landbouwmarkten hun zeggenschap over de soort en de kwaliteit van het voedsel kwijt geraakt. De boer zit in het keurslijf van stijgende productiekosten en sterk schommelende en op termijn dalende landbouwprijzen. Noodgedwongen is hij eerder bezig het hoofd boven water te houden dan zich in te spannen voor ecologisch verantwoord produceren. De consument op zijn beurt krijgt hetgeen de supermarkt hem voorschotelt. En dat zijn voedingsmiddelen met de grootste marges en de grootste omzet. Duurzaamheid en voedselveiligheid zijn het kind van de rekening.

Om te voorkomen dat teveel boerenbedrijven er het bijltje bij neergooien, verstrekken rijke landen op grote schaal landbouwsubsidies. Overheden van arme landen hebben deze mogelijkheid niet, zodat hun boeren moeten concurreren met hun gesubsidieerde collega’s in rijke landen. Hierdoor verkommeren zij massaal. De voedsellandbouw in de Derde Wereld gaat daarmee te gronde en vooral in de armste landen neemt de afhankelijkheid van voedselimporten en voedselhulp uit de rijke landen toe.

De voedselvoorziening in de wereld is dus problematisch vanwege verstoorde, gemonopoliseerde markten, een bedreigde boerenstand, een ecologisch niet-duurzaam landbouwsysteem, en uiteindelijk een precaire voedselvoorziening. Hierbij komt dat de voedingsmiddelenconcerns voedsel en grondstoffen voor voedsel over de hele aardbol slepen. Het is niet verantwoord, want erg risicovol, om voor ons dagelijks voedsel afhankelijk te zijn van verre, overzeese aanvoer.

Tegenover deze ongewenste situatie plaatsen wij voedselsoevereiniteit als alternatief. Voedselsoevereiniteit is het recht van mensen op gezond en cultureel passend, duurzaam geproduceerd voedsel. Ook bevat het het recht van landen of blokken van landen om zelf te bepalen wat voor voedsel zij verbouwen en hoe die hun landbouw- en voedselsysteem inrichten. Voedselsoevereiniteit zet hen die het voedsel produceren, verwerken en consumeren centraal en niet de wensen van de markt en voedselmonopolies. Voedselsoevereiniteit verschaft de bevolking grotere voedselzekerheid en voedselveiligheid en boeren bestaanszekerheid.

Voedselsoevereiniteit geeft voorrang aan lokale en nationale markten en economieën. Een land of groep van landen moet zelf kunnen beslissen of het zijn voedsel zelf produceert, of dat het voedsel importeert. Door de voedselvoorziening binnen eigen land of blok van landen te organiseren, worden de multinationaal werkende voedingsmiddelenconcerns buiten spel gezet, krijgen boeren weer grip op hun bedrijfsvoering en ontvangen zij een rechtvaardig inkomen. Het boerenbedrijf is immers gebaat bij een regionale schaal van productie en afzet omdat de productieomstandigheden daarbinnen enigermate gelijkwaardig zijn.

Niet globalisering maar regionalisering, niet export maar het voeden van de eigen bevolking moet het vertrekpunt zijn van welk landbouwbeleid ook. Dit is in de kern wat wij verstaan onder voedselsoevereiniteit. Voedselsoevereiniteit betekent niet kiezen voor autarkie, zelfvoorziening op landelijk niveau, want dat is niet in het belang van de consument. Bovendien kunnen landen en blokken van landen zelden ten allen tijde in al hun voedselbehoefte voorzien.

Voedselsoevereiniteit betekent voedsel primair produceren voor de eigen, binnenlandse, markt en grenzen alleen openstellen voor producten die de eigen landbouw niet kan voortbrengen. In internationale handelsakkoorden dient te worden vastgelegd dat alle landen of landenblokken het recht hebben hun markten voor essentiële voedselproducten te beschermen tegen import. Hiertegenover staat de verplichting buitenlandse markten niet te schaden door export. Lees meer over ons landbouwbeleid op onze pagina..